Jezuïet, schrijver en dichter. *1605 te Oisterwijk (N.Br.), ✝4 Juli 1674 te Mechelen. Geboortejaar en -plaats, vroeger betwist, schijnen nu nagenoeg zeker.
P. trad in 1625 in de Sociëteit van Jesus te Mechelen en was werkzaam als leeraar en predikant, vooral te Roermond, te Lier en te Mechelen. Zijn standbeeld werd te Oisterwijk ingehuldigd in 1926.
Noord-Nederlander van geboorte, Zuid-Nederlander van aanneming, genoot P. als beoefenaar der „emblemata-literatuur” en als Brabantsch volksschrijver buitengewonen bijval. Vooral zijn „Masker van de wereldt afghetrocken” had vele uitgaven, tot in de 19e eeuw toe.
Geestige opmerkingsgave, psychologische schranderheid, vindingrijk vernuft, vinnige hekeling van gebreken, gepaard met medelijdende goedheid en schalksche vroolijkheid, doen zijn pittig proza, hoewel soms wat langdradig, nog meer smaken dan zijn gedichten. P. prijst ont-hechting van het aardsche, zooals de Kath. zedenleer die voorstelt, maar juist om het ware geluk en een gezonde levensvreugde te bereiken.Voorn. werken: Ydelheydt des Wereldts (1644), opnieuw verwerkt in: Het Masker van de wereldt afghetrocken (1646); Spieghelken van Philagie (1673); Het heylich Hof van Keizer Theodosius (opus posth.); Den Allerheylighsten Naem (1647); Het Duyfken in de Steenrotse (1657); Het heylich herte (1654); Het leven van de H. Rosalia (1658); Het leven van S. Franciscus Borgias (1671). Vgl. Sommervogel, Bibl. de la Comp. de Jésus (s.v.).
Lit.: Allard S.J., A. P. (21878); Rombauts, Leven en Werken van p. A. P. S.J. (uitg. Kon.
VlI. Acad.); Salsmans en Rombauts, Het Masker, critische heruitg. v. d. 7en druk, met inleiding en aanteek. (1935); Salsmans, Den Spieghel van Philagie (heruitg. v. d. 3en druk 1937); Rombauts, Adriaan P. (1937); v. Duinkerken, De Dichters der Contra-Reformatie (1932); Salsmans, in: Versl. der Kon. Vl. Acad. (1928-’37); Rombauts en Vercammen, in: Studiën (1927-’30); Goossens, in: Tijdschr. v. Taal en Lett. (1928); Endepols, in: Van onzen Tijd (1911). Salsmans.