Ned. medicus. * 12 Dec. 1844 te Den Haag, ✝ 12 Juli 1902 te Weltevreden (Ned.-Indië). Als officier van gezondheid bij de marine in 1866 naar Indië; ging over naar den burgerlijk-geneeskundigen dienst, waarvan hij in 1890 inspecteur werd. Hield zich vooral bezig met onderzoekingen betr. Indische voedingsleer (art. in het Geneeskundig tschr. van Ned.-Indië en het Tschr. voor Land- en Volkenkunde) en naar de Inlandsche en Chineesche voedingsmiddelen, alsook naar het verband tusschen de ➝ beri-beri (zie aldaar) en de rijstvoeding.
Leverde ook bijdragen op ornithologisch gebied in het Natuurkundig Tschr. voor Ned.-Indië.Lit.: L. S. M. A. von Romer, Hist. schetsen (1921).