Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Adam de la Halo

betekenis & definitie

„le Bossu” geheeten (familiebijnaam), een der beste Atrechtsche componisten en dichters van jeux-partis, rondeis, motetten, liefdesliederen, een congé ; in het bijz. van de spelen Jeu de la Feuillée, een meispel : realistische satire van zijn stad en medeburgers, waarin hij zichzelf, zijn eigen vader en vrouw niet spaart ; en Robin en Marion: hoe Marion door een ridder aangezocht ten slotte haar Robin huwt,een herdersspel, waarin de dialoog met zang afwisselt, voorlooper der opera-comique. A. de la H. was een zinnelijk temperament, ruw realistisch, ondeugend spottend, maar echt, natuurlijk.

Zijn spelen beteekenen den dcfinitieven overgang naar het wereldlijk tooneel, al vond zijn voorbeeld voorloopig geen navolging. * ± 1236 te Atrecht, + 1287 te Napels. 1262—1269 in Parijs ; sedert 1272 in dienst van Robert d’Artois, dien hij naar Napels volgt.U i t g. : De Coussemaker, lyrische werken (Parijs 1872); F. Langlois, Robin et Marion (Parijs 1896); K.Berger, Cauchons et partures (Halle 1900); L. Nicod, Jeux partis (Parijs 1917) ; F. Langlois, Jeu de la Feuillée (21923).

Lit.: H. Guy, Essai sur A. de la H. (Parijs 1898); Bibliogr. critique (Parijs 1900).

V.Mierlo.

< >