(= Adad (is) mijn helper), naam van drie Assyrische koningen.
A. I (1310—1281 v. Chr.) breidde de Assyr. heerschappij uit door overwinningen op Babylonië en Mitanni, dat echter spoedig voor korten tijd weer de vrijheid herwon. Zijn opvolger was Salmanassar I.
A. II (911—891), even groot veroveraar als hartstochtelijk jager, en voltooier van het 4e Assyr. rijk (→ Assur III). is vooral bekend door zijn7 succesvolle tochten tegen de Arameeën van Chaligalbat, dat volslagen in zijn macht kwam. De Assyriërs hebben hem waarsch. beschouwd als den grondlegger van een nieuw tijdperk in hun gesch. Zijn opvolger was Toekoel ti-Ninoerta II.
A. III (810—782), zoon van de bekende Semiramis (regentes tot 806), streed aan alle grenzen van zijn gebied, (maar zag de Assyr. heerschappij steeds verzwakken. Niet minder dan vier van zijn zonen bestegen na hem den troon, het eerst Salmanassar IV.
Simons.