Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Actus purus

betekenis & definitie

(Lat. = zuivere daadwerkelijkheid), naam van God, waarmee wordt aangeduid, dat in God geen enkele potentialiteit is, maar alleen daadwerkelijkheid. Het potentieele, het bepaalbare, het niet-afzijnde wordt in God niet gevonden.

Wat een potentieel beginsel bezit, is niet volledig volmaakt, want het in zich onvolmaakte is zijn deel. Het is niet onveranderlijk, want potentialiteit is principe van verandering. Het is niet onveroorzaakt, want al wat, daadwerkelijk zijnde, is samengesteld uit potentieel en daadwerkelijk principe wordt opgebouwd uit die samenstellende deelen, is veroorzaakt door die deelen. Ook eischt het een werkoorzaak, want al wat is samengesteld heeft een werkoorzaak. Omdat God is: oneindig volmaakt, volstrekt onveranderlijk, onveroorzaakte eerste oorzaak, is in God een potentialiteit dus onmogelijk. Hij is zuivere, onvermengde daadwerkelijkheid. Al wat buiten God is, is niet zuivere daadwerkelijkheid, maar heeft in zich potentialiteit, want het is niet alvolmaakt, het is veranderlijk en veroorzaakt, waarvan de grond is de potentialiteit in het nietgoddelijke.L i t. : Aristoteles, Metaph. (XI 5); S. Thomas, ln Metaph. arist. Com. (XII lect. 5).

Kreling.

< >