een verbruiksbelasting, uitsluitend geheven op waren, die tot rechtstreeksch menschelijk verbruik in Nederland dienen en alhier gegroeid, vervaardigd of voor gebruik geschikt zijn gemaakt. Bedoeling van a. is belasting te heffen van het inkomen, naar den maatstaf der uitgaven.
Het is noch taalkundig, noch aan de hand van wetsbep. mogelijk het begrip a. te definieeren. Verschillende wetten zeggen echter uitdrukkelijk dat een bepaalde heffing een a. is ; rechtskundig kan men slechts zeggen, dat a. die bel. is, welke de wetgever aldus genoemd heeft. Het begrip a. is evenwel zoodanig ingeburgerd, dat de wetg. deze aanduiding nooit onjuist op een bel. toepast en zelfs ook de spreektaal het begrip goed gebruikt. De wet moet aangeven welke belastingen a. zijn. A. kan volgens onze wetgeving ook van ingevoerde artikelen geheven worden ; dit geschiedt bij een gedeelte van de goederen waarop a., bij vervaardiging of groei hier te lande, verschuldigd is. De a. bij den invoer vervangt soms het invoerrecht, doch gaat in andere gevallen hier mee gepaard. Het verschil met invoerrecht ligt o.m. hierin, dat a. uitsluitend goederen treffen die kunnen dienen voor menschelijk verbruik, terwijl het invoerrecht wegens het enkele feit van den invoer voor alle mogelijke goederen verschuldigd kan zijn.Zoowel economisch als staatsrechtelijk behooren de a., evenals de invoerrechten, tot de indir. bel. A. zijn bestemd om door den betaler op anderen te worden afgewenteld ; zij worden bijna steeds gevorderd van anderen dan van hen, die naar ’s wetgevers bedoeling de dragers van die bel. zullen zijn. Toch zijn a. bel. technisch geen indir. bel., daar de stelselwet van 1821 ze afzonderlijk en wel na de dir. en indir. bel. noemt. A. worden in Ned. geheven o.a. van geslacht, binnenl. en buitenl. gedistilleerd, wijn, zout, suiker, bier en tabak.
Russel.