( Lat. ad-cadere = bijvallen; bijkomstigheid), wat uiteraard niet op zich bestaat, maar in iets anders als zijn drager. Het feitelijk gedragen worden door een zelfstandigheid behoort niet tot het wezen van een accident: in de H.
Eucharistie heeft men accidenten zonder drager. Aristoteles onderscheidt negen accidenten; de voornaamste zijn hoegrootheid (quantitas), hoedanigheid (qualitas) en betrekking (relatio). Het accident als tegenstelling van substantie (= zelfstandigheid) is hiervan ofwel wezenseigenschap (accidens proprium) ofwel toevallige bepaling (accidens accidens). Het overdreven realisme (Parmenides, Spinoza) verwerpt het bestaan van accidenten.v. d. Berg.