Arab. historicus en geograaf. * Ca. 900 (?) te Bagdad, ✝ 956 te al-Foestat in Egypte. Hij reisde tot in Ceylon en China; zijn werken, ofschoon niet altijd even degelijk, bevatten een schat van gegevens op allerlei gebied. Van zijn wereldgeschiedenis, welke uit 30 dln. moet bestaan hebben, is slechts het eerste bewaard.
Wel heeft hij haar samengevat in Moeroedzj adz dzahab („het wasschen van goud”, gewoonlijk onjuist vertaald: „gouden weiden”). Zoetmulder Lit. : Les prairies d’or (tekst en vert. d. C.
Barbier de Meynard en Pavet de Courteille ; 9 dln. 1861-1877).