Hebr., beteekent verderf, vernietiging; dichterlijke benaming van het schimmenrijk naast scheool ; bij de rabbijnen, benaming van de hel. In de Openbaring van Johannes komt het voor in de beteekenis van Engel des Verderfs (Grieksch : Apollyoon).
Aba donna beteekent bij Klopstock (in den Messias) eveneens : Engel des Verderfs.