+/- 40000 km aan den aequator (nauwkeurig 2 π x 6378,388 km). Langen tijd als ellips beschouwd, op grond van de variatie der zwaartekracht met de geographische lengte op de continenten.
Ook door graadmeting een zgn. lengteterm aangetoond. De lange as van den aequator zou ongeveer op den meridiaan van Greenwich liggen. Door prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz in 1926 met den onderzeeër K.13 onjuist bevonden.
Bij elliptischen aequator zou de zwaartekracht op een breedtecirkel twee maxima moeten bezitten in twee tegenover elkaar liggende punten (uiteinden van de kortste ellipsas). Hiertusschen twee minima. Vening Meinesz doorkruiste den Atlantischen Oceaan tusschen de 10° en 25° parallel N. breedte. Hij vond geen spoor van een lengteterm. Tegenstrijdigheid mogelijk te verklaren uit de starheid der dikke continentale massa’s, welke zich langzaam aanpassen aan den rotatievorm. zie Vorm der aarde. S. Tromp.