aanslibbing, is het aanvoeren en afzetten van fijn materiaal door stroomend water (zeeën en rivieren). In Ned. is de a. vooral sterk in de Wadden en in de zeegaten.
Door de a. kunnen buitendijks gelegen gronden zoodanig worden verhoogd, dat zij rijp worden voor inpoldering. Het groeien der kusten op deze wijze is het sterkst bij een landwind, daar liet meeste materiaal dan door den krachtigen onderstroom vanuit het W. wordt aangevoerd. De aanslibbingen buiten den zeedijk worden in Friesland en Groningen kwelders genoemd, in Zeeland schorren. zie Aanwas. Hofsteenge.