Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Aandeelhouder

betekenis & definitie

(a c t i o n a r i s) (Nederl. Vennootsch. recht) is de eigenaar van een aandeel, hij die ten eigen name aandeel heeft in het kapitaal eener vennootschap, in het bijzonder bij de N.V.

Oorspronkelijk a. wordt men, óf door medewerking aan de oprichting, óf door overeenkomst met de vennootschap tot het nemen harer aandeelen. A. bij opvolging is hij, die den eigendom van eens anders aandeel verkregen heeft.Bezit van een aandeel aan toonder legitimeert den houder als eigenaar, zoolang niet het tegendeel bewezen is. Aldus besliste de Hooge Raad bij het zgn. „stroomannenarrest van 4 Januari 1920. De hoogste macht in de N.V. berust bij de alg. vergadering van a. welke zich echter steeds moet houden binnen de door wet en statuten gestelde grenzen. Toegang tot de alg. vergadering hebben alle a. Jaarlijks moet tenminste één alg. vergadering worden gehouden, ter behandeling van balans en”winst-en verliesrekening. Tot bijeenroeping zijn zoowel bestuur als commissarissen bevoegd.

Wanneer bij de statuten niet anders is bepaald, geschiedt de oproeping ter alg. vergadering door aankondiging in het nieuwsblad der gemeente, waar de N.V. gevestigd is. De oproeping behelst de agenda of wel de mededeeling, dat deze ten kantore der N.V. ter inzage ligt. De termijn van oproeping bedraagt ten minste 6 dagen. Bijwoning van de alg., vergadering, deelneming aan de beraadslaging en uitoefening van het stemrecht vormen de belangrijkste bevoegdheden van den a. Deze rechten kunnen door don a. persoonlijk, door zijn wettelijken vertegenwoordiger of door zijn schriftelijk gevolmachtigde worden uitgeoefend. Noch vruchtgebruik, noch pandrecht op eens anders aandeel, veel minder persoonlijke betrekking, zooals bewaargeving, geven recht om in eigen naam de bevoegdheden van den a. uit te oefenen.

Houders van onderaandeelen, te zamen uitmakende het bedrag van een aandeel, oefenen de hieraan verbonden rechten gezamenlijk uit, hetzij door één hunner, hetzij door een schriftelijk gevolmachtigde. Bestuurders, commissarissen en in het alg. personen in dienst der N.V. mogen niet als gevolmachtigden bij de stemming optreden. De grondregelen van hefc stemrecht zijn, dat slechts a. in de alg. verg. stemrecht hebben en dat iedere a. tenminste één stem heeft, t.a.v. den omvang van het stemrecht van iederen a. kent de wet drie stelsels:

1° dat der volstrekte evenredigheid. Dit geldt wanneer bij de akte van oprichting niet anders is bepaald. Hierbij brengt, bij aandeelen van gelijke grootte, iedere a. zooveel stemmen uit als hij aandeelen heeft;
2° dat der beperkte evenredigheid. Bij de statuten kan het door eenzelfden a. uit te brengen aantal stemmen worden beperkt, mits a., die evenveel aandeelen hebben, ook evenveel stemmen uitbrengen en de beperking voor de groote a. niet gunstiger is geregeld dan voor de kleine a;
30 dat der volstrekte beperking. Volgens dit derde stelsel kan in do statuten elk stelsel van stemrecht aanvaard worden, mits daarbij: a) niet aan anderen dan a. stemrecht toegekend wordt; b) iedere a. ten minste één stem heeft; en c) geen a. meer dan zes of drie stemmen krijgt, al naargelang het maatschappelijk kapitaal uit meer, dan wel uit minder dan honderd aandeelen bestaat. Alle besluiten van de alg. verg. voor de statuten, welke geen grootere meerderheid vereischen, worden genomen bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen. De bewijskracht van de notulen staat ter beoordeeling van den rechter, tenzij ze notarieel zijn vastgesteld. Houders van niet volgestorte aandeelen op naam worden, in verband met hun stortingsplicht, in een register ingeschreven.
A., tenminste een vijfde deel van het geplaatst kapitaal vertegenwoordigende, kunnen de Arrondissements-rechtbank schriftelijk verzoeken, iemand aan te wijzen tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en den gang van zaken van de N.V. Dit is het zgn. enquêterecht.

Schouten.

< >