zie haemorrhoïden, besvormige zwelling aan het vind van den endeldarm, veroorzaakt door een plaatselijke verwijding van aderen van het slijmvlies. Uitwendige aambeien noemt men ze, als ze laag liggen buiten de sluitspier, inwendige a. liggen boven de sluitspier.
A. ontstaan bij door constitutie of verslijten zwak geworden aderen, als de afvoer van het aderlijke bloed belemmerd wordt. Die belemmering vindt haar oorzaak in een zittende levenswijze, trage en harde ontlasting, zwangerschap, beroep (blaasmuzikant). De a. op zichzelf behoeft geen last te veroorzaken. De lasten ontstaan door de complicaties: ontsteking, bloeding, beklemming, thrombose. Ontlastingdeeltjes zetten zich vast in wondjes op oneffenheden op en om de a. en geven aanleiding tot ontsteking, met als gevolg gevoel van hitte en volzijn, slijmafscheiding. jeuk. Als de wand van de a. springt, ontstaat bloeding, die zeer heftig kan zijn en bij herhaling bloedarmoede tot gevolg kan hebben.
Als inwendige a. door de sluitspier geperst worden, kunnen ze in die spier beklemd raken. Dit gaat gepaard met heftige pijn, die verdwijnt, als de a. weer door de sluitspier wordt teruggebracht.Bij thrombose is er een bloedstolsel ontstaan in de uitgezette ader; de a. woridt hard. Soms volgt ontsteking met verettering, zelfs afsterven der a.
Behandeling van a. begint met „anicurezie (verzorging van anus), welke bestaat in zorgen voor regelmatige, weeke ontlasting, ’s morgens en ’s avonds, de streek van den anus wasschen met water van kamertemperatuur, vermijden van prikkelende stoffen; elken dag een uur wandelen. Als met deze behandeling de ontsteking niet verdwijnt en bloeding of inklemming zich vaak herhalen, is operatieve behandeling aan te raden, bestaande in inspuitingen of bloedig verwijderen.
Krekel.