een korf, gewoonlijk uit teenen gevlochten en speciaal vervaardigd om paling te vangen. Staande heeft de korf eenigszins een fleschvormigen vorm; van onderen bezit hij een breeden rand en neemt van hier naar boven geleidelijk (gewoonlijk iets buikig aangezwollen) in omvang af en wordt door een stop gesloten; vanaf den onderrand is een naar binnen (gelijk aan de ziel van een flesch) trechtervormig vernauwende instulping aangebracht, die in de nauw toeloopende punt een kleine opening bezit.
De korf wordt bij wijze van een fuik in het water geplaatst. De door de kleine opening binnendringende paling wordt in de ruimte van den korf gevangen gehouden, daar zij den terugweg niet meer vindt. Ook manden, waarin paling verzonden wordt, worden a. genoemd.