republiek in Midden-Europa, telt 5 millioen inwoners, v.w. 41 pct. Kath., 58 pct.
Prot. en 1 pct. andersdenkenden. De bevolking spreekt voor 73 pct.
Duits, 21 pct. Frans, 5 pct.
Italiaans, 1 pct. Raethoromaans.
Het land vormt een federatie van 22 zelfstandige kantons, waardoor het bestuur sterk is gedecentraliseerd. Door zijn centrale ligging in Europa is Zwitserland steeds een trefpunt geweest van culturen; wonderlijk genoeg wist het daarbij zijn eigen karakter volop te behouden.
Trefpunt is het ook geweest op het gebied van de godsdienst. Aan de hand van het optreden van de verschillende godsdienstpredikers enerzijds en de grote zelfstandigheid van de Zwitserse kantons in interne aangelegenheden anderzijds is de spreiding van Katholieken en Protestanten het best te verklaren.
Reeds vóór de volksverhuizing was het geloof vanuit Italië (Milaan) en Frankrijk (Lyon) in Zwitserland doorgedrongen en werden er verscheidene bisschopszetels gevestigd.
Na de volksverhuizing, in het begin der 7de eeuw, verrichtten Ierse monniken onder leiding van S.
Columbanus en S. Gallus belangrijk bekeringswerk onder de Alamannen, die het gebied ten N. van de Alpen hadden bezet.
De omgeving van het Vierwoudstedenmeer en die van Sankt Gallen zijn hier katholieke centra gebleven. De rest van Noord-Zwitserland is overwegend protestant, hetgeen vooral te danken is aan de activiteit van Zwingli, door wiens optreden in het kanton Zürich de Reformatie in 1523 werd doorgevoerd.
Ten Z. van Bazel is een kleine enclave, waar de meerderheid weer katholiek is. Het Westen van Zwitserland is eveneens overwegend protestants (o.a. de hoofdstad Bern), mede onder invloed van de activiteiten vanuit Genève, maar Freiburg en omgeving vormen hier een katholiek centrum.
Het kanton Wallis (vnl. Frans sprekend) en het kanton Ticino (Italiaans sprekend) zijn katholiek, Graubünden in het Oosten overwegend protestants.
De geloofsverdeeldheid, door de Reformatie ontstaan, werd bij de 2de vrede van Kappel (1531) vastgelegd aan de hand van het principe: cuius regio eius religio. In later jaren ontstonden door vermenging der bevolking aanzienlijke diasporagebieden zowel van Katholieken als van Protestanten.
In 1845 sloten de 7 katholieke kantons Uri, Schwyz, Unterwalden, Luzern, Zug, Freiburg en Wallis zich aaneen in een „Sonderbund” uit verweer tegen anti-katholieke maatregelen van de liberale kantons.
In de daarop volgende oorlog werd de Sonderbund verslagen (1847).
De Duitse Kulturkampf vond in Zwitserland navolging, hetgeen o.a. tot uiting kwam in de nieuwe grondwet van 1874 (ondanks de daarin gegarandeerde godsdienstvrijheid), en het duurde tot 1886, voordat de voornaamste moeilijkheden tussen Katholieken en Bondsregering konden worden opgelost. Nog steeds is evenwel de bepaling van kracht, dat Jezuïeten het land niet mogen binnenkomen.
Evenmin kunnen nieuwe kloosters of nieuwe bisdommen worden opgericht zonder goedkeuring van de Bondsregering. Afgezien van deze beperkingen heeft de Katholieke Kerk zich in de laatste halve eeuw vrij kunnen ontwikkelen.
Een goede katholieke pers en de vermaarde katholieke universiteit van Freiburg, opgericht door het kanton Freiburg, zijn haar daarbij een grote steun. Van de kloosterorden zijn de Capucijnen van oudsher het sterkst in Zwitserland vertegenwoordigd.
De Zwitserse Katholieken zijn politiek georganiseerd in de Katholiek-Conservatieve Partij (Schweizerische Konservative Partei), die in de Nationale Raad (d.i. de Tweede Kamer) met 47 zetels (van de 196) is vertegenwoordigd. PROTESTANTISME. Calvijn wist in 1549 door de zgn.
Consensus Tigurinus een overeenkomst met de door Zwingli, Bullinger (Zwingli’s opvolger) en Oecolampadius (te Bazel) in het leven geroepen Kerken een eenheid onder de Zwitserse Protestanten te bewerken. Als laatste geloofsbelijdenis werd in 1675 de Formula Consensus Helvetica opgesteld.
Desondanks is er niet één protestantse Zwitserse Kerk: de kantonale Kerken zijn zelfstandig. Wel zijn zij sinds 1920 aangesloten bij de Zwitserse Kerkenbond, een overkoepelend orgaan, waarin zij samenwerken.
In de 19de eeuw leidde het Zwitserse Réveil tot het ontstaan van enige Vrije Evangelische Kerken (in Waadtland en Genève).Het Zwitserse Protestantisme heeft een moeilijk te onderschatten invloed uitgeoefend tot ver buiten Zwitserland, niet alleen ten tijde van de Reformatie (Genève) en in de 19de eeuw door het Réveil, maar ook thans nog, m.n. door theologen als Barth, Brunner, en Thurneysen (zie Dialectische theologie).
p. M./c. v. D.