Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

WONINGVRAAGSTUK

betekenis & definitie

kwam vooral in verband met de arbeiderswoningen sedert de 2de helft van de vorige eeuw in de aandacht. De snelle industriële ontwikkeling maakte woningbouw op grote schaal noodzakelijk.

Tal van deze woningen voldeden niet aan redelijke eisen van bewoonbaarheid. Zodoende werd een enquête ingesteld, welke onbeschrijfelijke toestanden aan het licht bracht.

Terzelfder tijd ontstonden de eerste woningbouwverenigingen met als doel de volkshuisvesting van de arbeiders te verbeteren; maar zij hadden slechts geringe invloed. Na een lange ontwikkeling kwam in 1901 de woningwet tot stand.

Deze stelde dwingende voorschriften met betrekking tot bewoonbaarheid en bewoning, schreef de gemeentelijke bouwverordeningen en het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht voor en opende de mogelijkheid voor credietverlening en subsidiëring van de arbeiderswoningbouw middels woningbouwverenigingen en gemeenten. Deze wet heeft voor de volkshuisvesting zegenrijke gevolgen gehad.

Vooral na de beide wereldoorlogen heeft de bouw door woningbouwverenigingen en gemeenten een grote vlucht genomen, tengevolge van de typische situatie op de bouwmarkt en de sociaal-economische constellatie. Als gevolg van de geschetste ontwikkeling ziet men zich thans geplaatst voor het vraagstuk van de krotopruiming op grote schaal, waaraan echter in verband met de ontstane woningnood slechts op zeer beperkte schaal uitvoering kan worden gegeven.

De woning heeft buitengewoon grote betekenis in het leven van individu en gemeenschap. De woning is het uitgangspunt van 's mensen handelen en de plaats, waar hij zijn elementaire behoefte aan rust cn samen-zijn bevredigt.

De woning dient afgestemd te zijn op de eisen, die het gezinsleven stelt, niet alleen met betrekking tot de grootte, maar ook de indeling, het wooncomfort, de vormgeving, de situering in de wijk, de oriëntering op de gemeenschap.

In dit kader is de eigendom van veel belang.

Zij geeft bezit en de mogelijkheid tot een persoonlijke behoeftenbevrediging. Zij waarborgt een ongestoorde groei van het gezin, geeft daaraan stabiliteit en zekerheid, terwijl zij in de wijkgemeenschap een vormende functie heeft.

F. A.

< >