Cornelis Lodewijk, baron van (1786-1851), eerste Nederlandse bisschop sedert de Reformatie, ontving in zijn ouderlijk huis een Franse opvoeding van uitgeweken Franse priesters, studeerde te Warmond, waar hij in 1816 hoogleraar werd en kocht onder Velsen een landgoed voor een klein-seminarie (Hageveld), waarvan hij aldus de stichter werd. In 1831 werd hij eigenaar van een heerlijkheid te Katwijk, waarin het Willibrorduscollege („Huize Katwijk”) werd ondergebracht.
Paus Gregorius XIV verhief hem (1832) tot bisschop van Curium i.p.i. Veel droeg hij bij voor de missionnering van het voormalige Oost- en West-Indië.
