Al heeft het christelijk verdragen van pijn een hoge waarde, toch mag men niet uit het oog verliezen, dat pijn ook de christelijke houding kan bemoeilijken en dat een goede taakvervulling de bestrijding ervan kan vragen. Pijn kan tot ongeduld en opstandigheid bekoren, kan bedroefd en moedeloos maken en zoveel vergen van de krachten dat de genezing erdoor bemoeilijkt wordt.
Daarom is het gebruik van verdovende middelen, die alleen de pijn wegnemen, geoorloofd. Maar dergelijke middelen kunnen tegelijk ook nadelige gevolgen hebben, omdat zij bijv. de gezondheid onder een of ander opzicht ook benadelen.
In dit geval zijn zij alleen geoorloofd als het nagestreefde goede tegen de nadelen opweegt. Zijn de verdovende middelen bedwelmend, dan mogen zij in een dosis, die voor niet te lange tijd buiten bewustzijn brengt, alleen worden toegepast om ernstige redenen.
Het gevaar voor verslaving vraagt bij het gebruik van deze middelen bijzondere voorzichtigheid. Zo behoort de toediening ervan alleen in handen van betrouwbare personen te liggen, nooit echter in handen van de patiënt zelf en ook liefst niet in handen van familieleden. (Voor het gebruik van verdovende middelen bij een dodelijke ziekte, 2 Euthanasie).
Wat het gebruik tegen de pijn der barensweeën betreft, gelde de regel, ze niet te gebruiken in de normale gevallen, daar het baren zonder pijnstilling voordelen blijkt te bezitten, zowel wat het verloop ervan betreft als wat de moederlijke gevoelens ten opzichte van de pasgeborene aangaat. In alle gevallen behoort ook de christelijke waardering van het lijden de beslissing tot gebruik of nietgebruik mede te bepalen.
A. V.
R.