Frans protectoraat in N.-Afrika, telt 3,5 millioen inwoners, v.w. ca. 90 pct. Islamietisch, 8 pct.
Kath. (vnl. Italianen en Fransen) en ruim 2 pct.
Joods. Dit gebied, waar in de Oudheid zeer bloeiende Christengemeenten waren en waar Augustinus zijn zegenrijk werk heeft verricht, is sedert de 8ste eeuw door de Islam overspoeld: geen rest van het Christendom is overgebleven, zoals nog het geval is in Egypte en andere landen van het nabije Oosten.
Wel is in 1884 weer het aartsbisdom Carthago opgericht, maar uitsluitend ten behoeve van de Europeanen. 224 priesters oefenen de zielzorg uit onder de 280 000 Katholieken. Aan missiewerk onder de Islamieten wordt weinig gedaan.
Veeleer schijnt iedere nationale groep van Italianen, Fransen en Maltezers haar eigen Christendom te zien als trouw aan haar moederland en op deze wij ze haar nationale gevoelens tegenover de Tunesiërs meer te laten spreken dan de christelijke geest, die hen als broeders ziet. Aan het conflict tussen Tunesiërs en Europeanen is de Kerk vreemd, maar zij is ook vreemd aan het Tunesische volk.c. v. D.