Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

SCRUPULOSITEIT

betekenis & definitie

(Lat.: scrupulus, klein scherp steentje) is een gesteltenis die zich uit in angstvallige gewetensoordelen, waarin te gemakkelijk zondigheid of plicht vermoed of aanvaard wordt. Bovendien wordt die zondigheid of plicht dan meestal als ernstig beleefd, al zegt men zichzelf misschien niet uitdrukkelijk dat er doodzonde in het spel is of weet men misschien zelfs zeker dat dit niet het geval is.

Het meest kenmerkende zijn de onrust en angst, waaruit het gewetensoordeel voortkomt en waarvan het doordrongen is. De scrupuleuze mens kan deze angst niet bedwingen.

Misschien weet hij verstandelijk dat hij verkeerd oordeelt, zonder dat hij zijn scrupules verdrijven kan. Het scrupuleus geweten is daarom een onvolwaardig gewetensoordeel.

Het confronteert de mens niet met de zedelijke waarde en de plicht als zodanig doch eerder met een vaag gevoel van onveiligheid, dat opduikt bij de gedachte aan een mogelijke zonde of plicht. Gewoonlijk ligt er ook een door het onbeheerst gevoel verkleurde Godsgedachte in.

Men weet wellicht dat Hij een goed en barmhartig Vader is, maar in het gewetensoordeel beleeft men Hem slechts als Iemand, voor wie men beducht moet zijn. Meestal betreffen de scrupules slechts een bepaald gebied, terwijl men op andere zedelijkheidsgebieden zuiver oordeelt en zelfs laks kan zijn.

Niet iedere gewetensangst mag als scrupule worden beschouwd. Hij is dit niet, wanneer hij redelijk verantwoord is.

Ook moet men het scrupuleuze geweten niet verwarren met een nauwgezet en fijnvoelend geweten. Dit is niet vals en niet met angst geladen.

Zelfs een te eng geweten kan iets anders zijn, omdat het soms alleen voortkomt uit onwetendheid en niet uit angst.Al wordt de scrupulositeit door God toegelaten en door de duivel misbruikt, men moet toch niet te gauw denken aan andere dan natuurlijke oorzaken. Zij is te beschouwen als een ziekelijk psychisch verschijnsel, dat verschillende oorzaken kan hebben. Zij kan samenhangen met een lichamelijke toestand die de angst in de hand werkt. Zij kan ook teruggaan op vroegere angstaanjaging in verband met het zedelijke of op misvattingen die angst hebben opgeroepen. De opvoeder moet daarom waken over een zuivere gewetensvorming en het kind niet confronteren met gedachten die het nog niet gezond verwerken kan. Soms is zij in sterke mate geconditionneerd door de constitutie.

Zij is dan bijzonder moeilijk te verhelpen. Uit zichzelf is de scrupulositeit slechts een belemmering voor de zedelijke ontplooiing. Zij verteert nutteloos veel geestelijke energie, vermindert het vermogen om het goede te verwerkelijken, sluit de mens op in zichzelf en heeft de strekking opvatting en instelling in een zekere infantiliteit gevangen te houden. Om haar te verhelpen is het nodig, dat men zijn volledige vertrouwen schenkt aan een verstandig geestelijk leidsman en deze zonder meer gehoorzaamt. Deze moet de scrupuleuze helpen zich los te maken van zijn angst door hem de ziekelijkheid hiervan en de onechtheid van het daardoor beheerste gewetensoordeel bewust te maken. Wat de angst in de hand werkt, moet vermeden worden (te strenge geestelijke geschriften; zwaar te verwerken preken; een te lang gewetensonderzoek; het telkens terugkomen op het reeds gebiechte) en men moet trachten een gunstige sfeer te scheppen (gezond leven met voldoende rust; bezigheid en afleiding; blijheid en gerichtheid op anderen in plaats van op zichzelf).

Er is pas echte genezing in de mate waarin iemand weer wordt opgevoed tot een rustig oordeel in persoonlijke verantwoordelijkheid. Hiertoe is het goed zijn handelen uitdrukkelijk te maken tot een behartigen van de zedelijke waarde in dienst van een welwillende God in plaats van een reageren op het angstige oordeel. Wanneer blijkt dat de scrupules in een ernstige zielsziekte wortelen, raadplege men een bekwaam psychiater, liefst een Katholiek. A. V. R.

< >