Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

RADBOUD

betekenis & definitie

(ca. 850-917), heilige, achterkleinzoon van Radboud, koning der Friezen, ontving zijn opvoeding in Keulen en werd in 900 tot bisschop van Utrecht gewijd; hij resideerde te Deventer, daar Utrecht door de Noormannen bezet was. Hij schreef Latijnse gedichten en levens van vaderlandse heiligen, o.a. van Willibrordus, Bonifatius en Suidbertus.

< >