(Gr., rondgang; Lat.: circuminsessio, het in elkander zijn) komt toe aan de drie goddelijke personen wegens de gemeenschap van de ene goddelijke natuur. Vader, Zoon en Geest zijn die ene goddelijke natuur, zodat waar de Zoon is met die natuur ook de Vader en de Geest zijn.
De leer der perichorese houdt aldus de wacht tegen een driegodendom, daar zij de eenheid beklemtoont.