Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

PAULUS, ook Saulus

betekenis & definitie

(Gr. vorm van Hebr. naam Saul), de ,,apostel der heidenen”, geboortig uit Tarsus in Cilicië uit joodse ouders (van de stam Benjamin), die tot de Farizeeërs behoorden, kwam reeds jong te Jerusalem, waar hij tot Gamaliëls leerlingen behoorde. Hij bezat van zijn vader het Romeinse burgerrecht.

Overtuigd tegenstander van de groep om Jesus heen, was hij tegenwoordig bij de steniging van Stephanus en ontwikkelde zich tot heftig vervolger van de Christenen. Op weg naar Damascus in deze activiteit ervoer hij de verschijning van Christus.

Deze gebeurtenis (zowel in Hand. als in zijn eigen Brieven als iets totaal onverwachts voorgesteld) betekende voor hem een radicale omkeer: hij fundeert er zijn apostel-zijn op. Van dat ogenblik af wist Paulus zich de knecht van Christus en werd geheel zijn leven in dienst gesteld van het apostolaat, met name onder de heidenen.

Na een eerste periode van missionnair werk in Damascus en omgeving („Arabië”) keerde hij via Jerusalem naar Tarsus terug. Van daar ging hij enige jaren later met Barnabas naar Antiochië, een belangrijk christelijk centrum, alwaar hij ook de roeping voor nieuwe missie-arbeid ontving.

Op de zgn. eerste reis werkte hij samen met Barnabas en Johannes Marcus op Cyprus en in verschillende steden in het Zuiden van Klein-Azië, waar hij gewoonlijk eerst contact zocht met de synagoge en de zgn. Godvrezenden (zie Kaart Reizen van Paulus).

Kort daarna werd het vraagstuk acuut, in hoeverre de heidenen de joodse verplichtingen aangaande de Wet en de besnijdenis moesten nakomen. Hiertoe werd Paulus van Antiochië uit afgevaardigd naar het zgn. apostelconcilie te Jerusalem, waar een overeenkomst met de Jerusalemse apostelen tot stand kwam.

Op zijn tweede reis bezocht Paulus, vergezeld door Silas en later ook door Timotheüs, Syrië, Cilicië en streken van Klein-Azië, om daarna over te steken naar Europa, waar hij werkte in Philippi, Thessalonica, Berea, Athene en Korinthe, alwaar hij anderhalf jaar met vrucht arbeidde, in samenwerking met Aquila en Priscilla.

Via Ephese en Caesarea" keerde hij tenslotte naar Antiochië terug.

De derde reis bracht hem naar de oude gebieden, waarbij nu Ephese drie jaar lang het middelpunt van zijn activiteit werd. Hij had opnieuw contact met Griekenland en reisde tweemaal, wegens grote moeilijkheden in de christelijke gemeente in dat land, naar Korinthe.

Tenslotte keerde hij naar Jerusalem terug om aan de gemeente daar een collecte, door de verschillende gemeenten bijeengebracht, af te dragen en zich daarna te begeven naar het Westen: naar Rome en vooral Spanje. Te Jerusalem in moeilijkheden geraakt door een hetze van KleinAziatische Joden, werd hij gevangengenomen en door de Romeinse commandant naar de stadhouder Felix te Caesarea gezonden.

Doordat hij zich beriep op de keizer, werd hij naar Rome vervoerd. Na onderweg schipbreuk te hebben geleden, bereikte hij deze stad, waar hij ook als gevangene nog gelegenheid had het Evangelie te verkondigen.

Hierbij breekt het bericht uit Hand. af. De katholieke historici menen, dat hij, in vrijheid gesteld, nog gewerkt heeft zowel op Kreta als in Spanje en eindelijk de marteldood in Rome is gestorven (ca. 67).Paulus heeft talrijke brieven geschreven, waarvan sommige verloren zijn gegaan. In het N.T. bleven bewaard: de vier „grote brieven” (brief aan de Romeinen, 2 brieven aan de Korinthiërs ; brief aan de Galaten); de „gevangenschapsbrieven” (brief aan de Ephesiërs, Philippenzen, Kolossenzen en aan Philemon); de twee brieven aan de Thessalonicenzen (1 Thess. is de oudste brief van Paulus: ca. 50 n. Chr.); de „pastorale brieven” en de brief aan de Hebreeën. Over hun echtheid heeft men in de vorige eeuw vrij veel getwist. Vrijwel unaniem aanvaardt men echter thans de authenticiteit van de meeste. Strijd bestaat nog over Ephesiërs, 2 Thess. en de pastorale brieven, terwijl de brief aan de Hebreeën een probleem op zich is.

In zijn brieven richt Paulus zich direct tot zijn lezers; hij behandelt vaak persoonlijke problemen en vragen, die hem uit de gemeenten bereiken. Hun stijl vertoont zowel een joodse als een Hellenistische factor: soms herinneren zij aan typisch rabbijnse redeneertrant, soms ook aan de diatribe, de populaire filosofische verhandeling van cynici en stoïcijnen. Hun datering is evenals die van Paulus' leven niet eenvoudig. Van groot gewicht is hier een inscriptie te Delphi, waardoor men het proconsulaat van Gallio kan dateren, van welk punt uit men kan trachten tot een verdere chronologie te komen. Men doet verkeerd een tegenstelling tussen Paulus’ prediking en die der oudste gemeente te construeren; Paulus is zeker geen „tweede stichter van het Christendom” na Jesus. Met name in de evangelische berichten aangaande kruis, lijden, opstanding (die ook daar centraal zijn) en in de prediking van Jesus aangaande het Rijk Gods en de bekering bestaat overeenstemming met Paulus.

G. s.

< >