Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

NOORWEGEN

betekenis & definitie

De kerstening van Noorwegen vond hoofdzakelijk plaats sedert het jaar 1000. Onder Olaf II Haraldson werd het eerste bisdom Nidharos (Trondhjem) gesticht.

Einde ne eeuw was geheel Noorwegen tot het Christendom bekeerd en sindsdien bloeide er het kerkelijk leven, mede dank zij vele kloosterstichtingen. De vereniging met Denemarken (sedert 1380) had tot gevolg, dat later, onder Christiaan III van Denemarken (1534-1559), ook in Noorwegen de Reformatie werd doorgevoerd en de Noorse kerk een Lutherse Staatskerk werd.

De rol van het Katholicisme was daarmede in Noorwegen voorlopig uitgespeeld. Pas in 1843 werd te Oslo weer een eerste katholieke parochie opgericht; in 1892 werd Noorwegen een apostolisch vicariaat.De situatie der Katholieke kerk in het overwegend Lutheraanse Noorwegen is nog steeds zeer moeilijk. Het aantal Katholieken is maar een fractie van de Noorse bevolking: ca. 5000 van de 3 300 000 Noren. Een snelle uitbreiding van dit getal is niet te verwachten. Vooreerst is de geografische gesteldheid een grote belemmering: in het enorm uitgestrekte land liggen de plaatsen meestal volkomen geïsoleerd. Van de 65 steden met meer dan 15 000 inw. zijn er slechts 20, die een katholiek kerkje hebben (de kathedraal van Oslo heeft 200 plaatsen). Op het platteland wonen zo goed als geen Katholieken.

Vervolgens is de mentaliteit van de Noorse bevolking van dien aard, dat massabekering psychologisch onmogelijk is: onverschilligheid in godsdienstige zaken, gepaard gaande met een reeks ingewortelde vooroordelen tegen de Katholieke Kerk, staat bekering vaak in de weg. Het grootste aantal Katholieken woont in Zuid-Noorwegen: hier wonen 4500 Katholieken, behorend tot het bisdom Oslo, in 1953 tot bisdom verheven bij gelegenheid van het achtste eeuwfeest der vestiging van de hiërarchie in Noorwegen; de Luxemburger mgr. J. Mangers is bisschop van Oslo. In Midden-Noorwegen (sedert 1953 een apostolisch vicariaat) wonen 250 Katholieken (bevolking 480 000), in Noord-Noorwegen (apost. vicariaat sedert 1955) 200 Katholieken (bevolking 480 000). 40 priesters oefenen de zielzorg uit, onder wie 11 Noren. Ondanks haar geringe aantal leden heeft de Katholieke Kerk in Noorwegen een goed aanzien en ondervindt zij veel respect, getuige bijv. de koninklijke onderscheiding voor mgr.

Mangers, die in 1953 benoemd werd tot ridder in de Orde van St. Olav. Er zijn jaarlijks ca. 200 bekeerlingen. Verscheidene Nederlandse seculiere priesters en Minderbroeders alsmede 2 Nederlandse zustercongregaties zijn er werkzaam; van 1922-1928 was de Nederlander Jan Olaf Smit er apost. vicaris.

De Lutherse Staatskerk of Noorske Kirke (ruim 3 millioen leden) bestaat uit 8 bisdommen (de bisschop van Oslo is primus interpares), verdeeld in 90 proosdijen, met 1020 gemeenten (ca. 850 predikanten) en 1500 kerken. De confessioneel gebonden koning is hoofd der Staatskerk; de minister voor de cultus oefent echter in diens naam de macht uit. Het Storting (Rijksdag) heeft de wetgevende en financiële macht in kerkelijke aangelegenheden. Sinds 1933 is de bisschopsconferentie als kerkelijk orgaan door de staat erkend, terwijl een „landskerkeraad” van 25 leden, bedoeld als adviescollege, in voorbereiding is. De meest vooraanstaande figuur in de Staatskerk in en na Wereldoorlog II was Edwin Berggrav, van 1937-1951 bisschop van Oslo, leider van het kerkelijke verzet tijdens de regering van Quisling en een der voorzitters van de Wereldraad van Kerken. Behalve de Lutherse Staatskerk zijn er nog de Norske-Evangelisk-Lutherske Fnkirke (Noorse Evang.-Lutherse Vrije Kerk, ca. 1800 leden) en de Methodisten (14 000 leden).

c. v. D./P. M.

< >