Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

MONOTHELETEN

betekenis & definitie

(van Gr.: monos, een, en thelesis, wil) noemde men theologen, die van mening waren, dat al stond het vast dat Jesus Christus zowel de goddelijke als de menselijke natuur had, men toch spreken moest van één wil. Vooral de patriarch van Constantinopel, Sergius, sprak over deze éne wil, terwijl paus Honorius I het niet raadzaam achtte over twee willen in Christus te spreken.

Na de dood van Honorius (638) veroordeelde Johannes IV (641) het monotheletisme, welke veroordeling op het 6de oecumenische concilie van Constantinopel herhaald is (680). zie Christologie.

< >