Alfred-Firmin (1857-1940), Frans modernist, in 1879 priester gewijd, werd na enige jaren als zielzorger te hebben gewerkt professor aan het Institut catholique te Parijs. Het was een moeilijke tijd waarin hij leefde: vele nieuwe vondsten op alle terreinen der wetenschap maakten het noodzakelijk, dat ook de bijbelse exegese zich zou herzien.
De ontdekking van wat hij zelf noemde ,,la relativité universelle” scheen hem de sleutel tot alle moeilijkheden: de evolutie van dogma’s, waarover hij bij Newman las, die hij echter verkeerd interpreteerde, voerde hij zóver door, dat zij zelfs kon leiden tot een substantiële verandering van het „primitieve type”. Zo kwam de gehele geloofsschat op losse schroeven te staan.
Loisy werd gedwongen zijn leerstoel te verlaten (1893). Hij nam zijn intrek bij de Dominicanen van Neuilly en zette aldaar zijn studies voort.
In 1902 verscheen zijn L’Évangile et l’Église het bekende kleine rode boekje-, waarin hij een uitwerking bood van zijn evolutionistische inzichten. Het werd verboden.
Loisy onderwierp zich, maar ging intussen rustig door totdat vijf van zijn werken door het H. Officie werden veroordeeld (Dec. 1903).
Wederom onderwierp Loisy zich, maar toen door het decreet „Lamentabili” en door de encycliek „Pascendi” het Modernisme uitdrukkelijk als ketterij werd gebrandmerkt en Loisy in publicaties stelling nam, werd hij geëxcommuniceerd. De breuk was definitief.
Loisy werd tot hoogleraar benoemd in de godsdienstgeschiedenis aan het Collége de France, maar zette zijn bijbelse studies, vooral over het N.T., voort. Zijn invloed is snel getaand, zoals hij zelf bitter moest getuigen. j. v.
D.