Gerard (1902), Ned. letterkundige, leerling van dr. Moller, werd onder diens invloed gevormd tot een enthousiast medestander der katholieke jongeren.
Zijn belangstelling ging niet alleen uit naar literaire doch ook naar staatkundige problemen; in 1927 werd hij hoofdredacteur van het door dr. Moller gestichte maandblad „Roeping”; tevens was hij werkzaam als hoofdredacteur van het weekblad „De Nieuwe Eeuw”.
Hij besteedde veel aandacht aan het leven der zuidelijke provincies Bezuiden de Moerdijk (1927), Vanuit wingewesten (1930) — en bepleitte een sterke, groot-Nederlandse cultuur. Ook zijn literaire beschouwingswijze wordt hierdoor beïnvloed.
Van groot belang voor de moderne literaire geschiedschrijving is zijn zeer deskundig, vierdelig Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde (1948 vv.) G. SM.
