(zelfde naam als Jesus), zoon van Nun uit de stam Ephraim was de helper van Moses gedurende de woestijntocht en later diens opvolger als leider der Israëlieten bij hun intocht in Kanaän (zie Uittocht). Het hoek Josuë draagt zijn naam, omdat hij er als de hoofdpersoon in optreedt.
Het eerste gedeelte (x : 1-12 :24) beschrijft de verovering, het tweede gedeelte de verdeling van Cisjordanië (13 :1-22 : 34), terwijl het boek afsluit met een beschrijving der godsdienstige situatie (23 :1-24 : 34). Tengevolge van het hanteren van een literair genre, dat de feiten in episch-nationale zin schematiseert lijkt het vaak alsof de verovering van het gehele land reeds een feit zou zijn.
Recht. 1 biedt hierop de noodzakelijke correctie (zie ook reeds Jos. 13 : i-7)Het boek volgt op de Pentateuch, doch het is onjuist zijn historische wording aan die van de eerste vijf boeken van de Bijbel te conformeren en van een zesdelige hexateuch te gaan spreken. De eigen literaire wording is overigens moeilijk meer te reconstrueren.
Oorspronkelijk losstaande verhalen — vaak met etiologische strekking — schijnen tot een eenheid gegroeid, uiteindelijk door een deuteronomistische herbewerking met haar nadruk op belofte en eis. j. w.
