of voedstervader van Jesus, was de zoon van Jakob of Eli en stamde uit het geslacht van David (Matth, i en Luc. 3). Uit de Evangeliën weten wij dat hij verloofd was met Maria en met haar huwde na door een engel over haar gezegende staat te zijn voorgelicht.
Joseph was arm, rechtvaardig van inborst en oefende het beroep uit van „tektoon”, d.i. ongeveer onze timmerman of schrijnwerker. Een apocriefe „Geschiedenis van Joseph de Timmerman” uit de 4de of 5de eeuw heeft er toe bijgedragen, dat men Joseph reeds oud dacht, toen hij zich met Maria verloofde.
De verering van Joseph is eerst laat in de Kerk opgekomen. Het Oosten ging er in voor, liet Westen volgde, toen de theologen (Gerson en vooral Bernardinus van Siena) zich begonnen te bezinnen op de heiligheid van Joseph en op de rol, die hem door God werd toebedeeld.
In 162t werd zijn feest een zgn. geboden feestdag. Pius IX riep hem op 8 Dec. 1870 uit tot beschermer van de gehele Kerk en Pius X plaatste het Beschermfeest van Joseph in 1914 uiteindelijk op de 2de Woensdag na Pasen. j. v. D.
