is het inbrengen van verzwakte of gedode smetstof van een infectieziekte in het lichaam, om dit te brengen tot het vormen van antistoffen, waardoor het weerbaar en immuun wordt tegen een echte besmetting door die ziekte.
In sommige orthodox-protestantse kringen oordeelt men inenting in strijd met het vertrouwen op Gods voorzienigheid. Men doet dit ten onrechte, want Gods voorzienigheid schakelt geschapen oorzaken in en vraagt van de mens een redelijke zorg voor zijn leven en gezondheid. Om het grote belang voor het algemeen welzijn mag de inenting ook door de wet worden verplicht.