Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

INDO-CHINA

betekenis & definitie

het vroegere Franse Indo-Chine, is de samenvatting van een aantal federale staten in Achter-Indië, vóór Wereldoorlog II geheel Franse kolonie. Indo-China omvat: Cambodja met 3,3 millioen inwoners, Laos met ca. 1,3 millioen inwoners, en het door de Japanners gevormde Vietnam met ca. 21 millioen inwoners, van wie 1,6 millioen katholiek, met 15 bisschoppen en 1850 priesters, onder wie vele inheemse.

De katholieke Kerk in Indo-China dateert van de 17de eeuw. Het geloof werd er gebracht door de Portugese Jezuïet Alexander de Rhodes in het jaar 1624. In 1630 werd hij verbannen, doch zijn werk kon worden voortgezet door de Vreemde Missies van Parijs in 1664. Er waren toen reeds 300 000 Katholieken met 200 kerken. Indo-China heeft vele vervolgingen gekend. De hevigste was die onder Minhmang in 1833, toen 200 000 Christenen om het leven werden gebracht.

Aan het einde van de 19de eeuw telde Indo-China echter weer 700 000 Christenen. De Franse invloed dateert van het einde der 18de eeuw; Frankrijks politieke macht werd echter pas gevestigd in de jaren 60 en 70 der 19de eeuw. Daardoor werd vrede in het land gebracht, ofschoon het Franse bestuur vijandig stond tegenover de missie. De sterke nationalistische bewegingen in de verschillende gebieden, die tot bijna algehele zelfstandigheid hebben geleid, werden door de bisschoppen gesteund als zijnde rechtmatige eisen van de inheemse bevolking.

De onderlinge strijd in VIETNAM echter, tussen de communistisch-nationalistische Ho Chi Minh (Vietminh) en Bao Dai, gesteund door de Franse troepen, heeft ernstige gevolgen gehad voor het katholieke leven. Na het accoord van 20 Juli 1954 te Genève gesloten, is het land in twee delen gesplitst, waarvan het gebied ten Noorden van de 17de breedtegraad onder de communistische Vietminh kwam en het gebied ten Zuiden daarvan in de Franse Unie bleef. Vroeger bevonden zich 13 millioen mensen in het Noordelijk deel, van wie 1,2 millioen katholiek met 1100 priesters verdeeld over 11 vicariaten; beneden de 17de breedtegraad woonden 8 millioen mensen, van wie 400 000 katholiek, in 5 vicariaten. De verdeling van Vietnam in twee delen heeft tot gevolg gehad, dat een stroom van vluchtelingen uit het Noorden naar het Zuiden gekomen is. Van de ongeveer 800 000 refugié’s was ongeveer 80 pet. katholiek. Onder hen bevonden zich op 1 April 1955: 5 bisschoppen, 450 priesters, ongeveer 1 000 seminaristen, en 2 000 broeders en zusters.

Een der uitgeweken bisschoppen, mgr. Pham Ngoc Chi, apostolisch-vicaris van Bui-chu, is belast met de hulpverlening aan de vluchtelingen. Op 31 Dec. 1954 schatte de Congregatie de Propaganda Fide, dat 100 nieuwe kerken in Zuid-Vietnam nodig zouden zijn. De Kerk in Vietnam verkeert in grote materiële nood en de behoeften stijgen naarmate het vluchtelingental toeneemt. De wereld zendt reeds aanzienlijke hulp (zie plaat Missie II).

Het gebied van CAMBODJA behoort kerkrechtelijk tot het apostolisch vicariaat Phnom-Penh en telt 110 000 katholieken op 3,3 millioen inwoners met in totaal 106 priesters (onder wie 80 inheemsen).

LAOS is verdeeld in 1 apostolisch vicariaat en 1 prefectuur (Vientiane en Thakhek) met 30 000 katholieken op een bevolking van 1,3 millioen zielen en met 50 priesters onder wie 12 inheemsen. Indo-China kent geen katholiek hoger onderwijs, hetgeen verklaarbaar is door het feit, dat de bekeerlingen bijna uitsluitend werden gemaakt onder de boerenbevolking. Pas de laatste decennia komen meer bekeringen voor onder de beter ontwikkelde standen. De overgrote meerderheid der Katholieken zijn Annamieten en Tonkinezen, afkomstig uit Noord-Vietnam, zelfs in Cambodja en Laos, waar zij immigranten zijn en waar bijna geen katholieken onder de autochthone bevolking voorkomen.

De protestantse zending is in Indo-China alleen maar vertegenwoordigd door een Amerikaanse zendingsvereniging, die sinds 1911 onder de Mois, de oorspronkelijke bewoners in de binnenlanden, heeft gearbeid.

j. H. H.

< >