Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

HETHIETEN

betekenis & definitie

waren een machtig volk, dat van de 14de tot de 12de eeuw v. Chr. een groot rijk bezat in Klein-Azië en Syrië.

Wij kennen van dit rijk een volledige koningenlijst en tal van historische bijzonderheden sinds de opgravingen van Hugo Winckler in 1906-1907 in Boghazkeui, op de plaats van hun oude hoofdstad Chattusas, 150 km ten O. van Ankara. Tijdelijk hebben de Hethieten Mesopotamië bezet en zelfs de grote stad Babylon.

Hun taal en ras waren een vermenging van Indogermaanse en Klein-Aziatische elementen (de taal is nl. oorspronkelijk Indogermaans, het ras waarschijnlijk niet Indogermaans). In het O.T. komen de kinderen van Heth, de Hethieten, op vele plaatsen voor.

In de eerste eeuwen na de intocht van Israël moeten zij van grote betekenis en invloed geweest zijn.

< >