Droysen in zwang gekomen benaming voor de cultuur en de levensvormen van de Grieks georiënteerde wereld, die met het optreden van Alexander de Grote is ontstaan. Kenmerkend zijn allereerst een grote eenheid en nauwe verbondenheid op allerlei gebied.
Van de zelfstandigheid van vele staatjes en steden blijft vrijwel niets over: men is nu verenigd in grotere eenheden als Egypte, Syrië, Macedonië in de tijd der Diadochen, later in het grote gebied van het Romeinse rijk met Rome als algemeen centrum. Ook op het gebied van handel en verkeer ontstaat door deze eenheid een geheel nieuwe situatie: het betekent hier verlevendiging van het contact tussen de verschillende landen, een ruime uitwisseling van producten tussen het gebied rondom de Middellandse Zee enerzijds, Indië, Centraal Europa en Afrika anderzijds.
Door een en ander ontstaat een sterk kosmopolitisch besef: elk individu verkrijgt grote mogelijkheden in een veel ruimer geworden wereld. Zijn geestelijke fundering vindt dit kosmopolitisme in de ethiek van het Stoïcisme, dat enerzijds de volstrekte zelfstandigheid van elke individuele persoonlijkheid accentueert, anderzijds de gelijkheid van alle mensen en de verbondenheid van allen met het grote geheel van de kosmos.
Een uiterst belangrijke factor voor de groei van deze eenheid vormt ook het overal gebruikte Koinè -Grieks.Belangrijk is hetgeen het Hellenisme heeft gepresteerd in wetenschap, kunst en filosofie. Voor de religie van het Hellenisme is in de eerste plaats kenmerkend: een verlangen naar persoonlijke verlossing. De cultus van Dionysos, Demeter, Asklepios, Herakles, ten dele in nieuwe vormen, verkrijgen bijzondere betekenis. Ook hier kan men van een belangrijke uitwisseling van het eigene en het vreemde spreken: de Griekse en Romeinse eredienst dringen door naar het Oosten, maar ook omgekeerd: de dienst van goden als Isis, Serapis en Mithras verbreidt zich naar het Westen en vindt bijv. gerede ingang in Rome. Velen zoeken de individuele verlossing in de verschillende mysteriën. Daarnaast zijn nog drie dingen zeer karakteristiek voor het Hellenisme.
Vooreerst een sterke tendenzie naar syncretisme: verschillende Griekse en Oosterse goden worden vrijwel geïdentificeerd; zo wordt de cultus van Artemis ten nauwste verbonden met die van de Semietische Astarte en de Kybele van Klein-Azië (zie Hand. 19). Typisch is verder de cultus van de koningen en later vooral van de keizers. Deze keizerverering heeft een politieke betekenis: in haar bezit men de toetssteen voor iemands betrouwbaarheid jegens de staat en bovendien bevordert ook deze cultus de eenheid van het geheel. Naast dit alles speelt echter ook een zekere verlichting bij velen een belangrijke rol: de religie wordt op rationalistische wijze verklaard uit de natuur (Stoa) of, in het Euhemerisme, uit de historie.
Ook in de wereld van het Jodendom doet de invloed van het Hellenisme zich sterk gelden. Bij velen kan men spreken van een vérgaande aanpassing aan deze vergrieksing van leven en denken. Daarnaast openbaart zich evenwel in het Palestijnse Jodendom een krachtig verzet tegen een zich opdringend Hellenisme, dat zowel uit nationale als uit religieuze gevoelens (monotheïsme, absoluut gezag van de Wet enz.) voortkomt: men denke met name aan de vermaarde opstand der Makkabeeën, aan de partij der Farizeeën, aan verzet van de Joden onder Pilatus en wellicht ook aan de sterk afwerende houding in de Habakuk-rol tegenover de Hittieten. Het Jodendom der diaspora vertoont een groter openheid tegenover het Hellenisme. Herinneren wij bijv. aan een figuur als Philo en de Alexandrijnse allegorese, de Wijsheid van Salomon, de Brief van Aristeas en de Septuaginta. Na de val van Jerusalem treedt echter ook hier een particularistische tendenzie in en isoleert men zich in een Talmoed-Jodendom steeds meer van Hellenistische invloeden.
Op velerlei punten doet zich ook in het Nieuwe Testament de invloed van het Hellenisme gelden, bijv. in de taal en de gedachtenwereld van Paulus, die zijn arbeid grotendeels op typisch Hellenistische terreinen verricht: rondom Antiochië, in Klein-Azië en Griekenland (citaten uit Griekse literatuur als in i Kor. 15 : 32; begrippen als suneidèsis: geweten enz.); in de brief aan de Hebreeën (Alexandrijnse begrippen als: ,,de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk zijns wezens”), in de Apocalypse (het verzet tegen de keizercultus) en in allerlei gegevens van Handelingen (Artemis in Hand. 19; Hand. 17 enz.). Hoever deze invloed hier (bijv. bij Paulus in verband met de mysteriën) en elders (bijv. in de Logos-leer van Johannes) reikt, is een omstreden vraag. Dat de eenwording in de wereld van het Hellenisme de verbreiding van het Christendom zeer ten goede is gekomen, moge tenslotte nog geaccentueerd worden. G. S.
Gepubliceerd op 02-01-2020
HELLENISME
betekenis & definitie