Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

GROOT-BRITTANNIË

betekenis & definitie

West-Europees koninkrijk, bestaande uit Engeland, Wales, Schotland en Noord-Ierland, telt 51 millioen inwoners, v.w. 91 pct. Protestanten, voor de helft behorende tot een der staatskerken (de Church of England en de Church of Scotland) en voor de andere helft tot de zgn.

Vrije Kerken. De Katholieken maken 8 pct. der bevolking uit, terwijl voorts 1 pct. joods is.

GESCHIEDENIS. Groot-Brittannië maakte voor het eerst met het Christendom kennis in het jaar 597, toen de H.

Augustinus op verzoek van paus Gregorius de Grote naar Kent trok en zijn aartsbisschoppelijke zetel vestigde te Canterbury. De eigenlijke kerstening van Engeland is echter geschied van Ierland uit, door de Ierse missionarissen.

Tot het schisma in 1523 was Groot-Brittannië geheel katholiek. Door de afscheiding van Rome, voltrokken door Hendrik VIII en voltooid door Elisabeth I, ging de Katholieke Kerk grotendeels te gronde.

De laatste bisschop der Engelse hiërarchie stierf in 1585; in Schotland stierf de laatste katholieke bisschop in 1603. De bloedige vervolging duurde tot ca. 1700; door de Test-Act van 1673 werden de Katholieken van politieke rechten uitgesloten.

Tegen het einde der 18de eeuw telden Engeland en Wales minder dan 1 pet.

Katholieken.

Pas de tijd der Franse revolutie bracht meer tolerantie: in 179t werd het aan Katholieken toegestaan eigen godsdienstoefeningen te houden en de jaren 1828 en 1829 („Emancipation Bill”) brachten de Katholieken nagenoeg gelijkgerechtigdheid met de Protestanten op politiek gebied. De kerkelijke hiërarchie werd in Engeland hersteld in 1850; in Schotland in 1878. HUIDIGE SITUATIE DER KATHOLIEKE KERK.

In het katholieke bevolkingsdeel van nu (8 pct.) kan men 4 elementen onderscheiden. Slechts een klein deel der Engelse Katholieken stamt af van de oude katholieke geslachten van vóór de Reformatie.

Een gering aantal stamt af van vluchtelingen uit Frankrijk tijdens de Franse revolutie. Verreweg de grootste groep is van Ierse afkomst: in de 19de eeuw kwamen grote groepen Ieren naar Engeland, uit hun eigen land verdreven door de politieke omstandigheden en hongersnoden.

De opkomende industrie in Engeland maakte het mogelijk, dat velen hier werk konden vinden, terwijl de ontwikkeling der spoorwegen een massale verplaatsing mogelijk maakte. Dit is de reden, waarom de Katholieken in Engeland bijzonder sterk geconcentreerd zijn in de steden, vooral rond Manchester en Liverpool, de invalspoort voor de Ieren.

Zo telt bijv. Preston een zeer groot percentage Katholieken.

Het aandeel der Ieren in het aantal priesters is bijzonder groot.

Sedert de Oxford-Beweging ontstond, is er een vierde groep van Engelse Katholieken gekomen, die een steeds belangrijker plaats in het katholieke leven gaat innemen: het zijn de intellectuele convertieten die met en na kardinaal Newman weer tot de Katholieke Kerk zijn overgegaan.

Hun getal breidt zich gestaag en constant uit en geeft de Kerk in Engeland steeds meer aanzien. De Katholieken bezitten geen eigen dagblad, wel enige uitstekende weekbladen; politiek zijn zij verdeeld over de bestaande politieke partijen.

Een officiële godsdiensttelling bestaat er niet; naar de officiële schatting leven er in Engeland en Wales ca. 3 millioen Katholieken, in Schotland ca. 800 000, en in Noord-Ierland bijna 450 000. Men neemt echter aan, dat de werkelijke aantallen hoger zijn. PROTESTANTISME.

De Reformatie in Engeland en Wales is geheel afwijkend van die op het vasteland (zie Anglicaanse Kerk). Van de zgn.

Vrije Kerken is de Methodistische Kerk de grootste (zie Methodisme). Andere kerkgroeperingen zijn de Congregationalisten, de Baptisten, de Quakers, de Salvation Army (Leger des Heils).Anders dan in Engeland en Wales is de Reformatie in Schotland onder leiding van John Knox (15151572) in calvinistische geest doorgevoerd. In 1560 stichtte het Schotse parlement de Gereformeerde Schotse (staats)kerk (Church of Scotland), welke thans nog de nationale Kerk is en verreweg het grootste aantal leden telt. Sinds de 18de eeuw vonden in deze Kerk vele splitsingen en hergroeperingen plaats. De voornaamste van de aldus ontstane kleine kerkgroepen is de Free Church, tot stand gekomen onder invloed van de opwekkingsbeweging van Thomas Chalmers (1843). Zij hebben alle, evenals de Church of Scotland, een presbyteriale kerkinrichting. De episcopaalse kerk, sedert 1792 weer getolereerd, heeft zich vrijwel geheel aan de Angelicaanse Kerk aangepast.

Verder zijn ook de Congregationalisten, Methodisten en Baptisten in Schotland vertegenwoordigd . In Noord-Ierland, voor 2/3 protestants en voor 1 /3 katholiek, vormen de Church of Ireland (Anglicaans) en de Presbyterian Church met resp. 500 000 en ca. 400 000 leden de grootste Protest. Kerken.

< >