is een katholiek tijdschrift voor letterkunde, in Januari 1925 opgericht en in October 1941 door de Duitse bezetters verboden. De Gemeenschap heeft er veel toe bijgedragen het artistieke en culturele leven in katholieke kring te verruimen.
Anton van Duinkerken, Jan Engelman, Albert Kuyle en Antoon Coolen stelden in het blad een duidelijk modern schoonheidsideaal aan de orde. In tegenstelling tot het drie jaar eerder opgerichte tijdschrift „Roeping”, dat proclameerde dat alleen een uitdrukkelijke katholieke grondslag van het leven een sterke kunst mogelijk maakte, verkondigde de Gemeenschap dat de katholieke kunstenaar bij zijn creatieve arbeid niet uitsluitend gebonden was aan zijn katholieke overtuiging.
Op die grond is de Gemeenschap het tijdschrift van de culturele doorbraak te noemen, lang voor het begrip doorbraak aan de orde werd gesteld. Ook niet-katholieke auteurs — Marsman, Den Doolaard behoorden tot de vaste medewerkers en de Gemeenschap had ver buiten haar katholieke lezerskring grote invloed.
Vooral de bijdragen van Van Duinkerken, de voornaamste woordvoerder, en Jan Engelman hebben in belangrijke mate bijgedragen tot de emancipatie van de katholieke letterkunde en van de beeldende kunst. G. SM.
