(1350-1400), priester, was de opvolger van Geert Groote als leider van de moderne devotie. Hij was kanunnik van de St.
Pieter in Utrecht, maar bewogen door de prediking van Geert Groote deed hij afstand van zijn canonicaat en vestigde zich in Deventer. Hier ontving hij de „kopiërende klerken”, clerici, die zich bezighielden met het afschrijven van boeken om in hun levensonderhoud te voorzien, die hij tot een gemeenschap vormde, waaruit de Broeders des Genrenen Levens ontstonden.
Met raad en daad hielp hij ook bij de stichting van het klooster te Windesheim.