Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ESSENEN

betekenis & definitie

noemt men de leden van een sekte, die omstreeks het begin onzer jaartelling naast andere sekten onder de Joden in Palestina optrad. Het uitvoerigst worden we over hen ingelicht door Flavius Josephus, die zelf geruime tijd lid van deze sekte is geweest.

Maar ook Philo van Alexandrië en Plinius geven waardevolle inlichtingen. De laatste deelde o.a. mede, dat zij zich, 4000 in getal, ophielden in dorpen in de buurt van de Dode Zee.

Zij leefden in gemeenschap van goederen, beoefenden de akkerbouw en wezen zowel de handel als de wapenfabricage af. Zelfs hun kleding hadden zij gemeenschappelijk; zieken en ouden van dagen werden door de gemeenschap verzorgd.

Volwassen mannen maar ook kinderen konden toetreden, maar niet dan nadat zij twee proeftijden hadden doorgemaakt. Hun matigheid werd zeer geprezen.

Men kende geen slaven, geen eden of zalving met olie, baadde voor iedere maaltijd en droeg een wit kleed; tot de kentekenen behoorden bijl en schootsvel. Men beoefende meestal het celibaat en kende geen dierenoffer.

Hun wereldbeschouwing was joods, neigend naar het Farizeïsme, de wet van Mozes werd op rigoristische wijze gehandhaafd. Zij bezaten volgens Josephus geschriften, die niet bekend mochten worden en hielden zich bezig met een esoterische wetenschap aangaande de engelen en de toekomstvoorspelling.

Josephus meent, dat zij in het midden van de 2de eeuw v.

Chr. ten tijde van Jonathan voor het eerst optraden.

Deze Essenen kwamen de laatste tijd in het middelpunt van de belangstelling doordat men meent in Kirbet Qoemran bij Ain-Fasjka het centrum der Essenen teruggevonden te hebben. Merkwaardigerwijs vond men rondom het gemeenschapshuis talrijke graven, zowel van vrouwen als van mannen van alle leeftijden (zie ook Damascusdocument). M. A. B.

< >