(1815-1888), -was een der grootste practische opvoeders van de 19de eeuw. Ondanks financiële en andere bezwaren priester geworden, gaf Bosco zich met onverzettelijke energie aan het apostolaat der verwaarloosde jeugd.
Hij stichtte twee nieuwe congregaties (1859 Salesianen, 1872 Dochters van Maria, Hulp der Christenen), met een nieuwe vorm van kloosterascese, afgestemd op het werk voor de zielen. Door zijn groot vertrouwen in Gods Voorzienigheid overwon hij vaak op miraculeuze wijze moeilijkheden en tegenkanting.
Hij werd op 1 April 1934 heilig verklaard.