(van Gr.: archi, aarts; mandra, omheinde plaats, later: klooster) is de naam die in de Oosterse Kerk gebruikt wordt voor de overste van een belangrijk ldooster of voor iemand die aan het hoofd staat van een groep kloosters (generaal of provinciaal-abt). Tegenwoordig wordt de eretitel archimandriet ook gegeven aan priesters, die geen kloosterling zijn of aan een kloosterling zonder dat hij bestuursmacht uitoefent.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk