worden de kruisjes genoemd, die aangebracht zijn aan de wanden van een kerkgebouw (in de regel op iedere wand drie, twaalf in totaal; vandaar de naam) en die bij de wijding van de kerk met chrisma gezalfd zijn om aan te geven, dat de wanden der kerk zijn gewijd. Bij gelegenheid van het feest van Kerkwijding brandt men kaarsen of lampen bij deze apostelkruisjes uit eerbied voor de zalving.
Het getal verklaart de naam apostelkruisjes.