Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ANTISEMITISME

betekenis & definitie

is de niet geheel juiste benaming van een stroming, die zich keert tegen de Joden, waar dezen ook ter wereld een minderheid vormen te midden van de bevolking des lands. De oudste getuigenissen van het verschijnsel vinden we in Esther en in Dan. 3 en 6, die ons verplaatsen naar de diaspora ten tijde der Perzen.

Door Philo van Alexandrië (ca. 40 n. Chr.) zijn we nauwkeurig onderricht aangaande de anti-joodse woelingen in zijn stad.

Het motief moet in de antieke tijd vooral gezocht worden in het anders-zijn van de Jood in godsdienstig opzicht. De afwijzende houding tegenover alle niet-joodse uitingen van godsdienst, die de Jood als „aboda sara” (vreemde eredienst) afwees, bracht hem in isolement en in conflict.

Nadat Joden en Christenen in het Romeinse rijk een tijdlang eikaars lot deelden (vooral door de verwerping van elke keizercultus), dook het antisemitisme na Constantijn de Grote in nieuwe vormen op. Hoewel de leiding der Kerk de beweging, die het Jodendom zulk een zwaar kruis oplegde, in het algemeen krachtig heeft veroordeeld, kon zij niet voorkomen, dat overal en te allen tijde (maar vooral langs de Rijn ten tijde der kruistochten) het kwaad zich verhief.

Het religieus motief (de kruisiging van Christus) werd meer en meer vermengd met het economisch motief (Shylock), wegens de rol, die de Jood noodgedwongen (grondbezit en staatsfuncties waren hem immers ontzegd) ging spelen in handel en geldverkeer. Ten onrechte zag men daarenboven het lot der Joden als een vervulling van de zelfvervloeking in Matth. 27 : 25 en Jezus’ profetie in Luc. 23 : 28.

In het algemeen kan men zeggen, dat het antisemitisme geworteld is in instincten en dikwijls door de overheid is misbruikt om de aandacht van eigen gebreken en moeilijkheden af te wenden en daarom op zedelijke en godsdienstige gronden volkomen veroordeeld moet worden. Tegelijkertijd blijft de voortdurend oplaaiende vervolging de „apartheid” van de Jood in het plan Gods markeren.M. A. E./J. W.

< >