is in de Byzantijnse liturgie het brood dat overblijft, wanneer men ae hoeveelheid brood heeft afgezonderd die op die dag geconsacreerd moet worden. Na de Mis wordt het aan de gelovigen uitgereikt.
Oorspronkelijk was het bedoeld voor degenen die op die dag niet communiceerden; vandaar de naam antidoron: plaatsvervangende gave.