(Gr.: anthropos, mens; Lat.: centrum, middelpunt) is elke beschouwing, die de mens tot centrum en maatstaf van alle dingen maakt, ook in de religie, ten koste van de ongerepte heerschappij van Gods Openbaring. Het is het bijzonder kenmerk der zgn. modernistische theologie uit de 19de eeuw.
Hiertegenover staat de theocentrische (Gr.: theos, God) denkwijze (verder zie Mens).