Ferdinand Alvarezie de Toledo, hertog van (1507-1582), beroemd Spaans veldheer, nam sedert zijn jeugd met succes deel aan de bekendste krijgsverrichtingen onder Karel V. Na de Beeldenstorm kwam hij in 1567 op last van Philips II in de Nederlanden, voorzien van de uitgebreidste volmachten.
Een zijner eerste daden was de oprichting van de Raad van Beroerten. Velen verlieten het land, anderen, o.a.
Egmond en Hoorne, stierven te Brussel op het schavot. De protestantse martelaarsboeken geven voor de zes jaren van Alva’s bewind niet minder dan 263 terechtstellingen op.
Het volk noemde de Raad „Bloedraad". Het gezag van de koning werd toen weliswaar weer stevig gevestigd, en het zou niet moeilijk geweest zijn met een tijdig afgekondigde amnestie en een aan de Nederlandse geest aangepast bestuur de sympathie van de in haar meerderheid trouw katholieke bevolking te winnen, maar Alva, de ijzeren hertog, was hiertoe niet in staat.
Tegenover Oranjes krijgsplannen in 1568 toonde hij zich volkomen de meerdere. Zelf versloeg hij bij Jemmingen Lodewijk van Nassau.
Zeer veel heeft hij bijgedragen tot de reorganisatie der kerkelijke hiërarchie in de Nederlanden en aan zijn strak bestuur was het te danken, dat einde 1570 de laatste der achttien Nederlandse bisschoppen bezit kon nemen van zijn zetel. Alva beschouwde het als zijn plicht, te strijden voor Kerk en koning.
Volstrekte trouw en onderwerping was zijn eis; wraakzucht of nijd was echter bij hem geen motief. 18 December 1573 verliet hij Nederland. c. H.
L.