Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ALTAAR

betekenis & definitie

is in ons spraakgebruik een ,,tafelvormige verhevenheid, bestemd om er te offeren of andere godsdienstige plechtigheden te verrichten”. Inderdaad overweegt ook in de Bijbel de betekenis van altaar als offerplaats, maar de Bijbel kent daarnaast altaren, die zogoed als uitsluitend als gedenktekenen waren opgericht ter herinnering aan een bijzondere, goddelijke tegenwoordigheid, welke men op bepaalde plaatsen ervaren had.

Het altaar is heilig, omdat God door het altaar met Israël in contact treedt, en de Israëliet door de „gemeenschap met het altaar” (1 Kor. 10 : 18) met God gemeenschap krijgt. De eenheid van het altaar, welke altijd als een ideaal werd gezien (bijv. 2 Kron. 32 : 12), manifesteert de eenheid van Israël langs en door de gemeenschap met de éne Jahweh.

In de jonge Kerk wijkt de betekenis van het altaar terug, omdat „Christus één enkele maal geofferd is” (Hebr. 9 : 28) en de gemeenschap van het „nieuwe Israël” met God er is door de gemeenschap met Jesus Christus. Christus is óns Altaar, zegt Hebr. 13 : 10.

Omdat echter in de H. Eucharistie het éne offer van Calvarië weer wordt tegenwoordiggesteld, krijgt het altaar toch weer een centrale plaats: het wordt symbool van Christus en wordt daarom in de liturgie gekust en bewierookt.

Het heet mensa (tafel, nl. voor de maaltijd des Heren) of altare. De heidense benamingen worden vermeden.

De Lutherse Kerk kent nog het altaar; de Kerken van calvinistische afkomst hebben het altaar vervangen door een Avondmaalstafel. j. v. D.

< >