Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

AGGEÜS

betekenis & definitie

volgens de Hebr. spelling Haggai (de naam betekent „de feesteling”, d.w.z. de op het feest geborene), is de tiende der zgn. kleine profeten in het O.T. Zijn eerste optreden als profeet valt twee maanden eerder dan dat van de profeet Zacharias (vgl.

Esdr. 5:1, 6 : 14): in het najaar, 520 v. Chr., het tweede regeringsjaar van de Perzische koning Darius I.

Toen heeft hij de joodse landvoogd Zorobabel en de hogepriester Jesjoea in de naam des Heren vermaand, de herbouw van de verwoeste tempel te Jerusalem eindelijk ter hand te nemen, waarvan zij de fundamenten blijkens Esdr. 3 : 8 vv. reeds ruim 16 jaar eerder hadden gelegd. De misoogst en andere rampen zijn volgens de profeet geen excuus, maar veeleer de goddelijke straf voor hun nalatigheid (1 : 5 vv.).

Inderdaad kon reeds drie weken later (2 : 2) met deze herbouw worden begonnen. Al zal het nieuwe gebouw door de nood der tijden slechts onaanzienlijk kunnen zijn, toch zal de toekomstige pracht daarvan door Gods wondermacht heerlijker zijn dan ooit tevoren (2 : 4-10).

Daarop volgt, weer twee maanden later, een vermaning aan de priesters, dat men de medewerking van „onreinen” (d.w.z. der in Esdr. 4 : 1 vv. vermelde tegenstanders) moet blijven weigeren; want anders zou het gehele gebouw hierdoor verontreinigd worden, en zou het land nog verder door natuurrampen worden geteisterd (2 : 12-20). Op dezelfde dag echter wordt aan Zorobabel bij monde van de profeet het volle herstel in de waardigheid beloofd, die zijn grootvader Jojachin (vgl.

Jerem. 22 ; 24 vv.) indertijd verloren had.De jaren 522-520 v. Chr. behoorden tot de meest dramatische. Koning Darius beroemde zich, toen niet minder dan 9 koningen in 19 veldslagen te hebben overwonnen. Dit is wel de beste illustratie bij Agg. i : 8 en 2 : 23. Opmerkelijk is ook de nauwkeurige datering van deze godsspraken in hun historisch verband, dat door het geschiedverhaal en de (gedeeltelijk jongere) documenten in Esdr. 3-6 nader wordt toegelicht. Tenslotte is tegenover de grote profeten van vóór de ballingschap van groot belang de grote waarde die Aggeüs aan tempel en eredienst toekent.

D. L. B.

< >