Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

vooruitgaan

betekenis & definitie

(vo:r'uit) (ging vooruit, is vooruitgegaan)

1. voorwaarts gaan.
2. vóór een ander uitgaan : mijn broeder zal vast in de dienst.
3. vorderingen maken : met het leren -.
4. beter worden : de zieke gaat vooruit.
5. in bloei toenemen : zijn zaken gaan vooruit.

< >