('vo:gəl) m. het trekken der vogels naar andere streken.
Enc. September is de maand van de vogeltrek. Normaal vertrekt de nachtegaal omstreeks 1 september, het kwikstaartje één dag of wat later, de oeverzwaluw eveneens omstreeks die tijd, het blauwborstje op 10 september, de watersnip één dag later; half september vergaderen de leeuweriken en de huiszwaluwen, en omstreeks 25 september verlaat ons de zanglijster.