(vər'snijdən) (versneed, heeft versneden)
1. aan stukken snijden : stro tot haksel-; leer -.
2. anders snijden : een jas -.
3. door snijden verbeteren. → pen.
4. door snijden bederven.
5. met andere wijn of water vermengen : dat is versneden bordeaux.
6. smaller maken : een muur -.