I. v. (...tién, -s) [Lat. vacare, onbezet zijn] het vakant zijn: de van een ambt.
II. v. (...tién, -s) [Lat. vacare, zich toeleggen op]
I. Eig. arbeid door rechtspersonen of andere ambtenaren aan iets besteed.
II. Metn.
1. zitting naar aanleiding daarvan.
2. vakatiegeld.